Het Bernkopf-monument bij het Südhaus
Het Bernkopf-monument bij het Südhaus
Sinds 1960 heeft het hoofdcomité van de gemeenteraad herhaaldelijk gediscussieerd over de oprichting van een gedenkteken ter herinnering aan de verwoesting en wederopbouw van de stad Bocholt.
Nadat het heldenmonument dat tijdens de nazitijd voor het kantongerecht was opgericht, in de herfst van 1967 werd verwijderd, stond deze kwestie opnieuw centraal in de discussies. In het voorjaar van 1968 werd overeenstemming bereikt over de oprichting van een gedenkteken ter nagedachtenis aan de gesneuvelde soldaten en burgerdoden van beide wereldoorlogen, evenals vermisten en omgekomenen in concentratiekampen.
Het moest echter ook een monument worden dat niet alleen naar het verleden verwees, maar ook een toekomstgericht aspect bevatte, namelijk respect voor de slachtoffers van oorlog en geweld.
Ellen Bernkopf (1904-1992), een kunstenares die in Hannover was geboren en in Jeruzalem woonde, kreeg de opdracht om het monument te maken. De keuze voor een Joodse kunstenares werd gezien als een gebaar van verzoening. Haar ontwerp stelde een zittend persoon voor met de armen gevouwen in de schoot en het hoofd gebogen. Volgens burgemeester Günther Hochgartz bracht het model verdriet en wroeging over, maar geen moedeloosheid en hopeloosheid.
Tijdens een bezoek aan Bocholt op 28 augustus 1968 adviseerde mevrouw Bernkopf het gebied tussen de Aabrücke-brug aan de Neustraße en het Südhaus, waar het bronzen beeld op het zuiden gericht onder de kastanjeboom zou moeten worden geplaatst. Ze stelde ook voor om de eenvoudige maar samenbindende woorden "To the Victims" aan de sokkel toe te voegen, in overeenstemming met de betekenis van het gedenkteken.
Het monument werd uiteindelijk overgedragen tijdens een ceremonie op 21 maart 1970, de dag voor de 25e verjaardag van het bombardement op de stad Bocholt. Burgemeester Günther Hochgartz legde een krans ter nagedachtenis aan de oorlogsslachtoffers op de zuidelijke bruggen en gaf commentaar op het artistieke ontwerp: "Er is geen soldaat, geen man, geen vrouw - er is een mens afgebeeld. Dat heeft indruk op ons gemaakt, omdat iedereen - mannen, vrouwen en kinderen - allemaal lijden en dood hebben moeten doorstaan door oorlog en geweld."
Op de foto zie je de krans van de gemeente en de krans van de Vereniging van Teruggekeerden, met op de achtergrond het Lichtburg theater, de toren van de Sint-Jozefkerk en de schoorsteen van de voormalige Drießenfabriek. Overigens vond het gedenkteken op 17 maart 1999 tijdens bouwwerkzaamheden een nieuwe locatie, een paar meter westelijker in de groenstrook van de Aurillac Promenade.